De tijden dat we meer konden lenen dan ons huis waard was, lijken definitief voorbij. De Commissie Structuur Nederlandse Banken doet dan ook de belangrijke aanbeveling om bij het kopen van een nieuwe woning gebruik te maken van spaargeld. De commissie die wordt geleid door Herman Wijffels, vindt dat een lening ofwel hypotheek voor het kopen van een woning eigenlijk niet hoger mag uitvallen dan 80% van de koopsom van de woning.
De desastreuze gevolgen van te veel lenen werden door de crisis keihard glashelder. In Nederland was het jarenlang de normaalste zaak van de wereld om tot 110% van de waarde van de woning te lenen om het huis te kunnen kopen. Gevolg: een miljoen huishoudens hebben momenteel te maken met een hypotheek die hoger uitvalt dan de huidige waarde van hun koopwoning, ze staan zogezegd ‘onder water’. Als deze woningbezitters nu hun huis zouden moeten verkopen door wat voor reden dan ook, dan zouden de meeste huiseigenaren blijven zitten met een restschuld van tienduizenden euro’s. Veel banken en hypotheekverstrekkers zouden vervolgens wel tien keer nadenken voordat ze deze mensen een nieuwe hypotheek zouden verstrekken.
De commissie raadt kopers, met name de groep kopers tot 35 jaar, aan om te sparen door bijvoorbeeld een deel van hun pensioenpremie met belastingaftrek opzij te zetten in de vorm van spaargeld. De commissie noemt dit ‘bouwsparen’. Tegenwoordig ligt de gemiddelde koopsom van een woning op 211.000 euro. Volgens de aanbevelingen van de commissie zou een huizenkoper dan zo’n 42.000 euro zelf in moeten brengen.