Het blijft een schimmig gebied, de manier waarop gemeenten de WOZ-waardes van woningen bepalen. Houden de gemeenten rekening met de veranderde omstandigheden? Hebben dalingen van de huizenprijzen enig invloed op de WOZ-waarde? Of houden de gemeenten vast aan hun eigen procedures, zonder te veel om zich heen te kijken naar het veranderde landschap in de woningmarkt?
De procedure die de gemeenten nu hanteren, leidt in ieder geval tot veel weerstand. Een groot aantal huiseigenaren besloot bezwaar aan te tekenen tegen de vastgestelde WOZ-waarde. Volgens Alex Brenninkmeijer, onze Nationale Ombudsman, geldt voor ongeveer 50% van deze bezwaren dat die terecht is aangetekend. Een flinke kostenpost, want het behandelen van bezwaarschriften is geen goedkope bezigheid. In vrijwel alle gevallen gaat het om een te hoge WOZ-waarde. Je zou dus kunnen zeggen dat gemeenten er een handje van hebben om WOZ-waardes veel te hoog in te schatten. Bewust of onbewust?
Zwartkijkers zullen gelijk uit volle borst roepen dat gemeenten proberen een slaatje te slaan uit te hoge WOZ-waardes. Er zijn hier tenslotte allerlei belastingen aan gekoppeld zoals de onroerendezaakbelasting (ozb). De gemeenten hebben het vaak ook wat zwaarder in deze crisistijd en zien de bodem van hun lokale schatkist steeds sneller in zicht komen. Is dit hun manier van inkomsten genereren? Je zou het bijna zeggen...
Of ligt het te hoog inschatten van de WOZ-waarde aan het waarderingssysteem? Zijn de factoren die meespelen in het bepalen van dit kerngetal niet accuraat genoeg? Dan wordt het toch eens tijd om het rekenmodel van gemeenten onder de loep te nemen. Eerder werd al het voorstel gedaan om over te gaan op een vastgoedgetal.