De waarde van een woning wordt vrijwel altijd systematisch te hoog getaxeerd. Dit blijkt uit een onderzoek van De Nederlandsche Bank (DNB), toezichthouder op het financiële stelsel.
DNB heeft de kwaliteit van woningtaxaties onderzocht, er waren namelijk al geruime tijd twijfels over de taxaties. Er zijn 200.000 taxaties onderzocht uit de periode 2012-2017. De conclusie hiervan is dat taxaties niet altijd onafhankelijk en betrouwbaar zijn.
Volgens DNB is in bijna 60 procent van de gevallen de taxatiewaarde hoger dan de koopsom. De gemiddelde overwaardering ligt hierbij rond de vijf procent. In een derde van de gevallen is de waarde wel gelijk aan de koopsom, tot op de euro nauwkeurig. Volgens DNB wijst dit erop dat taxateurs zich te veel laten leiden door de koopsom. Ook stelt DNB dat taxateurs te weinig onafhankelijk zijn. Alle spelers in de huizenmarkt hebben er namelijk belang bij dat een huis voor een bepaalde prijs wordt verkocht. Dit zet druk op de taxateurs.
De zogenoemde Loan-to-Value-limiet, de verhouding tussen de hoogte van de hypotheek en de marktwaarde van je huis, wordt erdoor ondermijnd. Dit is in de afgelopen jaren aangescherpt, zodat huishoudens niet te veel lenen. Doordat de waarde nu systematisch te hoog wordt geschat, lenen banken te veel uit. Hierdoor zitten mensen boven hun financiële macht, omdat hun huis feitelijk minder waard is.
De betrokken partijen gaven in gesprekken met DNB aan dat er ‘weeffouten’ zitten in de praktijk van woningtaxaties. Deze weeffouten dragen bij aan de sterke prijsuitslagen op de huizenmarkt. ‘Er moeten maatregelen komen om de onafhankelijkheid en daarmee de kwaliteit van de taxaties te verbeteren’, aldus DNB. Het zou hierbij gaan om gedragsregels, toezicht en onafhankelijke tuchtrechtspraak. DNB vindt dat het tijd wordt voor wettelijke normen voor woningtaxaties.