Taxatiebureau Calcasa meldt dat na de aanhoudende huizenprijsstijgingen van de afgelopen jaren er voor het eerst een huizenprijsdaling te zien is.
In het eerste kwartaal van 2018 is de huizenprijs in bijna één op de vijf gemeenten licht gedaald in vergelijking met een kwartaal eerder. Deze gemeenten liggen vooral in de provincies Utrecht, Limburg en Groningen.
Calcasa schrijft in hun rapportage dat het lastig is om de woningprijsontwikkeling op kwartaalbasis voor een relatief klein gebied betrouwbaar te meten. Het zou vooral gaan om de trend die belangrijk is. Hiermee verlagen zij de verwachtingen bij huizenzoekers in andere gemeenten. Ger Jaarsma, van makelaarsvereniging NVM, zegt hierover: “de hoogste prijsstijging lijkt voorbij te zijn. Dit komt doordat de prijzen inmiddels op een dusdanig hoog niveau liggen dat stijgingen boven de tien procent niet langer vanzelfsprekend zijn.”
Voor grote groepen mensen is een woning niet meer te betalen. Dit komt door de extreem stijgende huizenprijzen. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) legt een huizenkoper nu gemiddeld 302.157 euro neer voor een woning.
Door deze enorme prijsstijging neemt niet alleen het aantal verkochte huizen af, maar ook het consumentenvertrouwen. In een recente peiling van Vereniging Eigen Huis zei bijna de helft van de Nederlanders er rekening mee te houden dat er binnen nu en drie jaar een nieuwe crisis komt. De situatie wordt niet door iedereen somber ingezien. Woningmarktdeskundigen van Rabobank en ABN Amro voorspellen voor dit jaar een gemiddelde huizenprijsstijging van zes procent. In 2018 stegen de prijzen nog met ruim negen procent.
Amper vijf jaar geleden had de huizenmarkt nog te maken met prijsdalingen tot 25 procent. Econoom Nic Vrieselaar van Rabobank zegt dat op korte termijn zulke extreme prijsdalingen niet voorkomen, maar dat dit op lange termijn wel zou kunnen gebeuren. De woningmarkt kent namelijk pieken en dalen en de woningmarkt is nauw verbonden met de Nederlandse economie.`