In 2018 groeide de Nederlandse bevolking voor het derde jaar op rij met maar liefst 100.000 inwoners, met als grootste oorzaak immigratie. De grote steden groeiden het snelst, maar werden steeds minder populair bij Nederlanders. Zij kiezen steeds vaker voor een kleinere gemeente.
De grote steden werden nog groter: Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht kregen er in 2018 de meeste inwoners bij. De hoofdstad groeide het sterkst, met maar liefst 10.000 inwoners. De grote groei werd vooral veroorzaakt door immigratie. In 2018 verhuisden 21.000 Amsterdammers naar het buitenland, terwijl de stad 36.000 buitenlanders verwelkomde. Ook trokken steeds meer Nederlanders weg uit de hoofdstad, en kwamen hier minder Nederlanders voor terug. In Rotterdam en Den Haag deed zich iets soortgelijks voor, ook hier werd de bevolkingsgroei grotendeels bepaald door migratie en binnenlandse verhuizingen.
In 2018 verruilden steeds meer Nederlanders de grote stad voor een kleinere omliggende gemeente. Hierdoor groeide de bevolking in deze voorsteden relatief het snelst. Voorsteden worden niet voor niets steeds populairder: de bereikbaarheid is vaak goed, net als het leefklimaat en de voorzieningen. Ook liggen de huizenprijzen er een stuk lager dan in de grote steden.
Amsterdammers en Haarlemmers trokken in 2018 onder andere vaak naar de gemeenten Spaarnwoude en Haarlemmerliede, waar de afgelopen jaren flink is bijgebouwd. Door deze ontwikkeling steeg de bevolking in deze gemeenten met maar liefst 4,5 procent. Ook in de gemeenten Blaricum, Ouder-Amstel, Rijswijk, Vianen, Waddinxveen, Diemen en Beemster steeg de bevolking afgelopen jaar met meer dan twee procent.