Beleggers hebben steeds meer invloed op de Nederlandse woningmarkt, met name in de vier grote steden. Maar liefst eenentwintig procent van de in 2017 verkochte woningen ging hier naar beleggers, blijkt uit een overzicht van De Nederlandse Bank (DNB).
Uit het gisteren verschenen Overzicht Financiële Stabiliteit van DNB blijkt dat de rol van beleggers op de Nederlandse woningmarkt steeds groter wordt. Werden in 2016 nog een op de acht woningen in de vier grote steden gekocht door beleggers, in 2017 waren dat er een of de vijf. “De rol die beleggers spelen op de huizenmarkt is niet te ontkennen; zij vormen een grote partij die de vraag naar huizen vergroot,” aldus DNB-directeur Klaas Knot tegen AD.
Beleggers hebben met name in de vier grote steden een groot deel van het woningaanbod in handen. Vooral Amsterdam is populair, hier ligt de gemiddelde huizenprijs ruim vijfendertig procent boven het peil van 2008 en worden maar liefst zeventig procent van de woningen boven de vraagprijs verkocht. Dit zorgt ervoor dat beleggers flinke rendementen kunnen halen. Zij verkopen de woningen met winst door, of verhuren ze voor bizarre prijzen aan expats of studenten. Hierdoor grijpt de gewone huizenkoper steeds vaker mis.
Knot verwacht geen verandering van de huidige situatie, volgens hem zullen door grote vraag, beperkte nieuwbouw en lage hypotheekrentes de huizenprijzen verder blijven toenemen. Wel verwacht Knot dat de huizenprijsstijging iets zal afzwakken: “Simpelweg omdat steeds minder mensen het nog kunnen betalen.”