Het is algemeen bekend dat de woningmarkt onder druk staat. Om deze reden is het voor starters erg lastig om een woning te kopen. Zeker in de grote stad gaan de prijzen door het dak en is betaalbaar woningaanbod schaars. Jonge starters zijn daardoor steeds vaker aangewezen op kleine steden of dorpen.
Grote steden zijn populair, zeker onder jonger publiek. Er is meer werkgelegenheid en meer vrijetijdsbesteding. Door de populariteit van grote steden liggen de huizenprijzen hier ook een stuk hoger dan in de rest van het land. De prijzen in grote steden lagen altijd hoger, maar zijn de afgelopen jaren ook nog eens extreem hard gestegen. In Amsterdam steeg de gemiddelde prijs van een woning de afgelopen 5 jaar met maar liefst 65 procent en in Den Haag, Rotterdam en Utrecht ligt dit percentage rond de 40 procent, blijkt uit onderzoek van ING. In de rest van Nederland stegen de huizenprijzen in dezelfde periode met 27 procent, het verschil is dus duidelijk te zien.
Uit onderzoek van ING blijkt ook dat de gemiddelde single starter een woning tot € 150.000,- kan financieren. Dit is slechts 7 procent van het totale aantal woningen dat te koop staat. Voor startende stellen geldt dat zij gemiddeld een woning van € 230.000.- kunnen betalen, 26 procent van het totale woningaanbod. Ongeveer 80 procent van de voor starters betaalbare woningen liggen buiten de 25 grote steden. Starters zijn dus aangewezen op woningen in kleine steden en dorpen.
Wie als starter toch echt in de grote stad wil wonen, kan het best een kijkje nemen in Dordrecht, Apeldoorn, Amersfoort, Enschede en Arnhem. Van de vier grote steden zijn Rotterdam en Den Haag het meest betaalbaar. Toch is de kans dat je als starter in deze steden een huis bemachtigt klein. Er is namelijk veel concurrentie en dit maakt de kans dat je het winnende bod doet niet heel groot.