Jonge gezinnen trekken steeds vaker weg uit grote steden. Amsterdam zag het aantal jonge gezinnen vorig jaar met veertig procent verminderen. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Ook uit Rotterdam, Utrecht en Den Haag vertrokken veel jonge gezinnen richting omliggende gemeentes. Dat komt doordat grote steden vaak niet erg gezinsvriendelijk zijn ingericht. Bovendien zorgt schaarste op de woningmarkt ervoor dat het voor jonge gezinnen vaak niet mogelijk is om een grotere woning te vinden die past binnen het budget.
Met name in Amsterdam groeit het aandeel kleine appartementen, terwijl het aantal grotere woningen juist afneemt. “De druk op de woningmarkt is groter dan ooit. Dus de gemeente Amsterdam wil inzetten op doorstroming. Dat bereik je sneller met kleinere woningen dan met grote huizen waar gezinnen lang in blijven zitten”, zegt Willem Boterman, sociaalgeograaf van de Universiteit van Amsterdam tegen Trouw. Volgens hem zijn kleine woningen bovendien voordeliger voor alle marktpartijen. “Twee woningen van 50 vierkante meter brengen meer op dan een van 120 vierkante meter.”
Daarentegen is de schaarste op de woningmarkt voor sommige gezinnen juist een reden om hun koopwoning nu van de hand te doen, zeggen experts. Nu de huizenprijzen stijgen worden woningen vaak verkocht voor meer dan de woningwaarde. “Tijdens de crisis bleven gezinnen zitten waar ze zitten omdat hun huis onder water stond. Nu de woningmarkt aantrekt, verhuizen ze weer. Maar als ze meer vierkante meters voor hun geld willen, moeten ze buiten de stad kijken”, zegt Hester Booi van het statistisch bureau van Amsterdam tegen Trouw.
Ondanks het vertrek van gezinnen, neemt het inwonertal van veel steden vaak wel toe. Vooral in Amsterdam neemt het aantal expats en buitenlandse studenten toe: de afgelopen twee jaar nam het inwonertal daar zelfs uitsluitend toe door immigratie.