Huizenbezitters met een spaarhypotheek hebben mogelijk jarenlang onterecht te veel risico-opslag op de rente betaald. Stichting Woekerrente pleit voor een compensatie voor alle gedupeerden. Huiseigenaren kunnen zich daarvoor aansluiten bij een speciale actie die de stichting is gestart.
Een risico-opslag wordt door banken gehanteerd op het moment dat een huis ‘onder water staat’. De waarde van de woning is dan lager dan het geleende hypotheekbedrag, bijvoorbeeld wanneer de waarde van een woning door marktwerking daalt. Woningen die onder water staan leveren banken een groter risico, omdat bij verkoop een restschuld overblijft. Om dat risico te compenseren, rekenen banken een extra rente bovenop de hypotheekrente.
Geldverstrekkers draaien de risico-opslag echter niet altijd terug als het risico minder wordt of zelfs verdwijnt. Huizenbezitters met een spaarhypotheek zijn hiervan het vaakst de dupe. Bij deze hypotheekvorm wordt er namelijk een spaarpot opgebouwd, waardoor het risico voor banken steeds kleiner wordt.
Het onnodig hanteren van een risico-opslag kost huizenbezitters soms zelfs tot enkele tientjes per maand te veel. Banken rekenen tot 0,5 procent meer hypotheekrente. Bij een aflossingsvrije hypotheek van 3 ton, scheelt dat een huizenbezitter 21.000 euro als de rente nog 14 jaar vast staat.
Volgens stichting Woekerrente en Vereniging Eigen Huis zijn er vijf Nederlandse banken aan te wijzen die een onnodige risico-opslag rekenen: Achmea, Delta Lloyd, Ing, Obvion en SNS. Met de actie hoopt de stichting deze banken te dwingen het beleid aan te passen. “Eerst zullen wij onderzoeken of het mogelijk is om via onderhandelingen met de banken op korte termijn tot een redelijke oplossing te komen. Indien dat niet mogelijk blijkt, zijn we klaar om een juridische procedure te starten”, zegt voorzitter Lucia Melcherts van Stichting Woekerrente tegen Volkskrant.
Alle huizenbezitters die te veel risico-opslag hebben betaald, kunnen zich bij de stichting aansluiten. Worden huizenbezitters door de actie gecompenseerd, dan vraagt de stichting 20 procent van dat bedrag. Voor leden van Vereniging Eigen Huis of de Consumentenbond betalen slechts 15 procent.