Om de onafhankelijkheid van financieel adviseurs te garanderen werd besloten om vanaf januari 2013 het betalen van provisies door banken en verzekeraars af te schaffen. Dit staat bekend als het provisieverbod. Hoewel, zo bekend is dat blijkbaar nog niet onder de Nederlanders. Uit onderzoek van TNS Nipo in opdracht van Autoriteit Financiële Markten (AFM) blijkt dat maar 38% van de ondervraagden iets afwist van het provisieverbod.
Het doel van het provisieverbod is duidelijk. Werden voorheen adviseurs door banken en verzekeraars betaald in de vorm van een provisie om hun producten te verkopen aan de Nederlandse consument, vanaf 2013 werd deze werkwijze verboden. Het verbod moet ervoor zorgen dat adviseurs volkomen onafhankelijk hun werk doen. Dit is natuurlijk niet het geval als een adviseur er voordeel bij heeft wanneer hij een bepaald product van een bank verkoopt.
Sinds begin van dit jaar worden adviseurs rechtstreeks door de klant betaald voor hun diensten. Dat kan dus zijn voor advies over hypotheken, verzekeringen en bankspaarproducten. De adviseur heeft zo geen financieel profijt bij het verkopen van producten van een bepaalde bank of verzekeraar. Ze ontvangen dus ook geen provisie meer van banken. Opvallend genoeg heeft een groot deel van de Nederlanders dus nog nooit gehoord van de nieuwe regeling.
AFM vindt dat consumenten ook beter inzicht moeten krijgen in de prijsverschillen tussen adviseurs onderling. Ze stelt daarom voor per 1 juli om een dienstverleningsdocument (DVD) in te voeren waarin een adviseur precies vertelt wat zijn of haar vakgebied is, bijvoorbeeld advies over hypotheekaanvragen, opbouw van vermogen, werkgeverspensioen en levensverzekeringen. Overigens bleek dat van de Nederlanders die het afgelopen jaar bezig waren met het kopen van een financieel product bij een bank of verzekeraar tweederde wel had gehoord over het provisieverbod.