De Nederlandse woningmarkt is het afgelopen jaar sterk aangetrokken. In steden als Amsterdam, Delft en Utrecht is de woningmarkt oververhit te noemen. Daar staan huizen niet lang te koop en wordt er de vraagprijs of meer voor betaald. In de rest van het land gaat het minder hard, maar stijgen de huizenprijzen en het aantal verkochte huizen ook. Toch wordt er voor het komende jaar verwacht dat de prijsstijging afvlakt, net als de verkoop van huizen in 2018.
Volgens de NVM (Nederlandse vereniging van makelaars) gaat de prijsstijging van huizen tot stilstand komen door de strengere regelgeving op het gebied van hypotheekverstrekking. In 2006 kon je soms tot acht keer je jaarsalaris lenen, nu is dat maximaal 4,3. Daarnaast moeten mensen meer eigen geld inbrengen om zaken als kosten koper en overdrachtsbelasting te kunnen betalen. Hierdoor zit er een plafond aan wat mensen kunnen betalen en dus aan wat gevraagd kan worden voor een huis. De prijzen zullen dus blijven hangen op een niveau wat kopers kunnen financieren.
De VEH (vereniging van eigen huis) constateert ook dat de huizenmarkt nu op het hoogste punt zit. Voor het eerst in vier jaar tijd daalde het vertrouwen van kopers in december. Dit hangt samen met de stijgende hypotheekrente en het teruglopende woningaanbod. Inmiddels vindt 37 procent van de Nederlanders dat woningen steeds minder betaalbaar worden, terwijl in januari 2016 nog maar 19 procent dit vond.
Dit jaar gaat de verkoop van woningen nog gestaag door, maar in 2018 zal dit ook afnemen volgens economen van ABN Amro. In 2016 steeg het aantal wisselingen van huiseigenaren met 20 procent. Verwacht wordt dat die stijging dit jaar met nog eens 5 procent toeneemt. Na al deze verkopen blijven er uiteraard minder huizen over om te verkopen. Ook wordt er ten opzichte van de vraag nog te weinig bijgebouwd. Dat in combinatie met de strengere hypotheeknormen en hoge huizenprijzen zorgt ervoor dat de woningverkopen in 2018 weer afnemen.