In 2014 zagen we het aantal woningen dat onder water staat met maar liefst 84 duizend afnemen. Dit is de eerste daling in acht jaar tijd. Vooral in Amsterdam hebben steeds minder huiseigenaren een woning die minder waard is dan de hypotheek die erop rust. De woningprijzen liggen in de hoofdstad dan ook weer bijna op het niveau van voor de crisis.
In 2013 was er nog sprake van een toename van het aantal onder water staande woningen: er kwamen er in dat jaar liefst 21 duizend bij. Circa 34 procent van de woningbezitters had toentertijd te maken met een restschuld. In 2014 was dit percentage afgenomen naar 32 procent. Volgens Paul de vries, markteconoom bij de Rabobank, zorgen vooral de stijgende woningprijzen voor een daling van de restschulden. In september lag de gemiddelde huizenprijs maar liefst 5,5 procent hoger dan tijdens het dieptepunt in 2013.
Vooral de koopwoningen in de grote steden nemen flink in waarde toe. Opvallend is echter dat het aantal onder water staande woningen op het platteland sneller afneemt dan in de grote steden. Dit komt doordat op het platteland meer oudere woningbezitters wonen. Zij beschikken over het algemeen over meer financiële middelen, waarmee ze gemakkelijker kunnen aflossen om zo de onderwaarde van hun woning weg te werken.