Sinds 2008 zijn de huizenprijzen in vijf jaar tijd meer dan 20 procent gezakt. De dalende trend lijkt af te zwakken en de huizenmarkt lijkt zich te stabiliseren. Er komen steeds meer positieve geluiden over de ontwikkeling van de huizenprijzen, maar garanties gelden er natuurlijk niet. Makelaarsorganisaties roepen alweer dat het een gunstig moment is om de huizenmarkt te betreden, maar het blijft nog steeds opletten. De huizen staan namelijk nog steeds lang in de verkoop voordat ze verkocht worden en de huizenprijzen zijn nog steeds niet aan het stijgen.
De huizenprijzen zijn mede zo sterk gezakt door het gebrek aan vertrouwen in de huizenmarkt. Een groot probleem wordt gevormd door de starters. Door het gebrek aan vertrouwen en door moeilijkheden om een hypotheek te kunnen krijgen kiezen zij voor een huurhuis. Doordat de starters niet meer kopen gaat de volledige markt op slot. De starterswoningen worden niet meer verkocht, waardoor ook de doorstroming van de duurdere koopwoningen stagneert.
Economen verwachten een stabilisering van de huizenprijzen in 2014. Het vertrouwen komt langzaam terug, maar het verstrekken van hypotheken blijft nog steeds een probleem. Banken spelen namelijk niet in op de veranderingen op de arbeidsmarkt. Er worden nauwelijks nog arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd afgesloten. Banken eisen dit nog steeds om risico’s zoveel mogelijk in te dammen.
In de jaren 1999 en 2000 zijn de huizenprijzen meer dan tien% gestegen per jaar. De verwachting is dat dergelijke sterke stijgingen van de huizenprijzen uitblijven. Huiseigenaren zullen in de toekomst namelijk minder vaak van koophuis wisselen. De politiek heeft namelijk plannen om de regeling van de hypotheekrenteaftrek in de toekomst verder te beperken. Vermoedelijk worden er in de toekomst uitsluitend nog hypotheken verstrekt tot 80% van de waarde van het huis. Doordat het minder aantrekkelijk gaat worden om een huis te kopen, zal de doorstroming ook afzwakken.