Het tekort aan personeel, de forse bezuinigingen en de daaruit vloeiende werkdruk zijn de belangrijkste redenen dat veel gemeenten in de fout gaan bij het vaststellen van de WOZ-waardes. Het directe gevolg hiervan is dat maar liefst 70 gemeenten onder strenger toezicht komen te staan. Dit betekent dat deze gemeenten kunnen rekenen op meerdere controles per jaar in plaats van maar één jaarlijkse controle.
Volgens Ruud Kathmann van de Waarderingskamer, een instantie die toezicht houdt op de WOZ-waarde, is de werkdruk zo enorm toegenomen dat het personeel bij de gemeenten steken laat vallen, niet alleen bij taxaties maar ook bij het beoordelen en beantwoorden van bezwaarschriften. Veel huiseigenaren denken door de aanhoudende crisis dat hun woning veel minder waard zou moeten zijn. De huizenprijzen zijn immers keihard gekelderd, dus waarom zou de WOZ-waarde dan ook niet meedalen? Bovendien vinden taxateurs het steeds lastiger om de WOZ-waarde juist in te schatten omdat er steeds minder huizen worden verkocht. Ze hebben dus minder vergelijkingsmateriaal.
Dat veel huiseigenaren gelijk hebben blijkt wel uit het feit dat ongeveer de helft van de bezwaarschriften in het gelijk wordt gesteld. Een groot deel van de gemeenten schat de WOZ-waarde van de woning dus veel te hoog in. Dit kan erg nadelig uitpakken voor woningbezitters aangezien diverse gemeentelijke belastingen gekoppeld zijn aan deze WOZ-waarde. Hopelijk zorgt het strengere toezicht ervoor dat er voortaan minder fouten worden gemaakt.